Raapstelen stampot

Bij stamppot denk je in eerste instantie aan boerenkool of hutspot, met een flink stuk rookworst erbij… Of niet? Stamppotten zijn een vast onderdeel van de winter, net als autoruiten krabben voor je naar je werk toe gaat en dikke sjaals en handschoenen aan. Als de zomer echt op zijn einde is, kan ik altijd wel weer stiekem verlangen naar die heerlijke warme stamppotten. Zonder worst weliswaar, maar je begrijpt wat ik bedoel! Waarom een half jaar wachten? Eigenlijk kun je in de lente ook gewoon stamppot eten, zeker als je frisse groenten uit het seizoen gebruikt. Voor mij is het een typische makkelijke maaltijd, als ik het even niet weet dan maak ik een stamppot. Wat helemaal niet betekent dat mijn stamppotjes saai zijn hoor, echt niet. Zo maakte ik laatst raapstelen stamppot en dat was een aangename verrassing!

Raapstelen

Ik koos in deze stamppot wel voor ‘gewone’ aardappelen, eigenlijk vooral omdat ik net hele lekkere aardappelen bij de groenteclub gehaald had en ik die graag wilde gebruiken.

Aardappelen bevatten zetmeel en zetmeel wordt door het lichaam omgezet in glucose. Als je de aardappel keer op keer vervangt door de zoete aardappel, vanwege de zetmelen, dan hou je jezelf voor de gek. De zoete aardappel bevat wel meer vitaminen en mineralen, maar qua koolhydraten is deze zelfs nog wat voller dan zijn blanke zusje. Kies voor afwisseling, gebruik niet elke dag de gewone aardappel, maar varieer. Er zijn genoeg mogelijkheden!

Raapstelen stamppot:

4 flinke bossen raapstelen

1 ui

1 teen knoflook

5 a 6 champignons

750 gr. aardappelen

50 gram peccorino / geitenkaas

1 tl kurkuma

snuf nootmuskaat

snuf (Keltisch zee-)zout

snuf peper

kokosolie

plantaardige melk

klontje roomboter

Nodig; 1 pan om de aardappels in te koken, 1 hapjespan, aardappelstamper

Bereiden: Zet de aardappelen met ruim water op en breng aan de kook. Was de raapstelen goed schoon en snij de blaadjes net boven de steeltjes af. Snipper een ui en pers een teentje knoflook uit en fruit dit even aan in de kokosolie. Snij de champignons en bak mee tot ze wat glazig beginnen te zien. Voeg nu de raapstelen toe. Je zult zien dat ze zich net zo gedragen als spinazie; ze slinken al snel. Laat dus niet te lang mee bakken, je wilt er geen zeewier van maken. Als de aardappels gaar zijn, giet je ze af en stamp je ze tot puree. Voeg nog wat plantaardige melk en naar wens een klontje roomboter (of kokosolie) toe om de puree lekker smeuïg te maken. Schep de groenten door de puree heen, voeg de kruiden toe en als laatste de kaas. Schep nog een keer goed om en eet smakelijk!

20150407_182621